Een warmtepomp kan zijn energie uit verschillende bronnen onttrekken, bijvoorbeeld uit de bodem of uit de lucht. Bij de zonnewarmtemethode gebruiken we een andere bron, namelijk PVT-panelen, die ook wel warmtepomppanelen worden genoemd.
Een PVT-paneel bestaat uit twee lagen: aan de bovenzijde een gewoon zonnepaneel, en daaronder een laag met buizen en lamellen die werkt als warmtewisselaar. Door de buizen circuleert 3 liter vloeistof. Het PVT-paneel onttrekt middels die warmtewisselaar warmte uit de buitenlucht. De warmtepomp verplaatst die warmte van buiten naar binnen de woning. Voor het verplaatsen van warmte gebruikt de warmtepomp stroom. Het voordeel van een PVT-paneel is dat het naast warmte ook elektriciteit opwekt. Omdat een warmtepomp erg efficiënt is, kan zelfs een klein beetje bronwarmte omgezet worden in bruikbare warmte voor in de woning.
Schematische werking van een PVT-warmtepompsysteem
1) Warmte onttrekken uit de omgeving
2) De druk verhogen, waardoor de temperatuur verhoogd wordt
3) Deze warmte afstaan aan de woning
4) De druk weer verlagen
Naast de warmte die wordt gebruikt voor het verwarmen van de woning, verwarmt de warmtepomp ook het tapwater in het boilervat.
Het PVT-warmtepompsysteem kan tot -10 graden buitentemperatuur warmte onttrekken aan de buitenlucht. Maar bij zulke lage temperaturen is er in de meeste gevallen wel flink wat elektriciteit nodig om die brontemperatuur op te hogen tot 55°C woonkamer-radiator-temperatuur.
Het voordeel van de zonnewarmtemethode is dat in de winter warm water uit de bodemopslag (wko) via het buurtwarmtenet naar de warmtepomp wordt gebracht. Dit water is al ongeveer 18 graden. Dat is een groot verschil met winterse buitentemperaturen. Hierdoor heeft de warmtepomp bij de zonnewarmtemethode veel minder elektriciteit nodig.